Medewerkers van Veldwerk Amsterdam gaan in de vroege ochtend op zoek naar buitenslapers. Ze maken ze wakker en bieden een weg naar hulp. ‘Per keer zien we zo’n twintig tot dertig buitenslapers, maar dat is het topje van de ijsberg.’

Een kille novemberochtend, net na vijf uur. Het pierenbad van het Beatrixpark, ’s zomers een plek van waterplezier, hult zich in een sinistere duisternis. De betegelde zwembadvloer glimt van de regen. Vaag de contouren van een speeltuintje. In de kromming van de arcadeboog rondom het bad, waar de lucht zwarter wordt, ontdekt veldwerker Marieke Dwars (33) een nauwelijks waarneembare welving. Op het klamme beton slaapt een man, diep weggedoken in zijn slaapzak.

Dwars knielt naast hem en maakt hem zacht wakker, zoals een moeder dat bij een kind zou kunnen doen. Hij slaat zijn ogen naar haar op: deze voor hem onbekende vrouw, die de moeite heeft genomen in het holst van de nacht haar bed uit te komen om zich om hem te bekommeren. Op haar jas prijkt het logo ‘Veldwerk Amsterdam’. Dwars stelt zich voor, vraagt wie de man is en of ze hem kan helpen. Hij blijkt half Duits, half Roemeens. Hij vertelt in het Engels dat hij als fietskoerier werkte tot zijn elektrische fiets werd gestolen en hij zijn baan kwijtraakte. Sindsdien is hij dakloos. Twee nachten heeft hij nauwelijks geslapen en weinig gegeten. Hij voelt zich niet zo goed.

Lees het complete artikel op de website van het Parool:

Eerste hulp voor buitenslapers in Amsterdam: ‘Jullie moeten door God gezonden zijn’