Sociale huurwoningen ontstonden ooit als initiatieven vanuit de gemeenschap, maar juist aan inspraak van bewoners ontbreekt het nu. Historicus Wouter Beekers laat zien wat er de afgelopen eeuw verloren is gegaan en waarom het belangrijk is bewoners zelf weer over hun eigen leefomgeving te laten beslissen.

Dompige, vochtige vertrekken’ waarin ‘onzedelijke zamenwoning een broeibed wordt van zo menige verschrikkelijke zonde!’ Dat waren de woorden waarmee drie Amsterdammers in november 1851 de woningen beschreven waarin hun stadgenoten in de armoedige buurten woonden. In een brief riepen ze vooraanstaande medeburgers op te investeren in iets wat Nederland tot op dat moment niet kende: een vereniging voor sociale woningbouw.

Vier maanden later was De Vereeniging ten behoeve der Arbeidersklasse een feit. Investeerders konden aandelen kopen voor tweeduizend gulden. Het werd gebruikt om betere woningen voor arbeiders te bouwen. De aandeelhouders kregen een rente van drie procent.

Lees het complete artikel op de website van de correspondent:

Deze historicus wil dat huurders weer meebeslissen over hun huis en buurt

Foto: Straat Consulaat sociale woningbouw in Den Haag.