Dit opiniestuk is geschreven door Joy Falkena, belangenbehartiger bij het Straat Consulaat naar aanleiding van de week van Het Vergeten Kind.

Het is de week van Het Vergeten Kind. Dit jaar vragen zij aandacht voor jongeren die de jeugdzorg verlaten terwijl de ‘Big 5’ (de basis: support, wonen, school & werk, inkomen en welzijn) nog niet op orde is. Inmiddels werk ik 14 jaar als belangenbehartiger voor- en met dakloze jongeren. En al jaren hoor ik hetzelfde verhaal. Ze werden losgelaten op het moment dat zij 18 jaar oud werden, voelden zich ongelofelijk in de steek gelaten en kort daarna ging het verschrikkelijk mis.

Dit sluit precies aan op de huidige campagne van Het Vergeten Kind ‘Laat zorg pas stoppen als kinderen er klaar voor zijn’. Waarvoor hulde, wat mij betreft een fantastisch sterke campagne. Tegelijkertijd besef ik me, dat het voor veel mensen waarschijnlijk onduidelijk is wat er dan precies zo verschrikkelijk mis gaat.

Worden jongeren zomaar losgelaten als ze 18 jaar worden? Zijn ze dan helemaal niet voorbereid op zelfstandigheid?

Daarom neem ik jullie graag mee in één van de vele verhalen van de jongeren die ik afgelopen jaren heb gesproken.

Femke* werd op haar 8e uit huis geplaatst, omdat het thuis niet veilig genoeg was. In 10 jaar tijd, gaat zij van gezinshuis naar gezinshuis, 12 verschillende woongroepen en ziet zij tientallen verschillende hulpverleners en voogden. Ze was gewend altijd een rol vuilniszakken paraat te hebben, voor het geval ze weer moest verhuizen. Zo kon ze gemakkelijk en snel haar spullen ‘inpakken’. De verschillende hulpverleners en instanties waren van mening dat Femke een ‘hechtingsprobleem’ had en haar verhaal met te weinig emotie vertelde. Het aantal hulpverleners dat zij in die 10 jaar heeft gezien, zijn niet te tellen en nadat ze 3 keer haar verhaal mét emotie had verteld, was ze er wel klaar mee en vertelde ze de daaropvolgende hulpverleners eigenlijk enkel precies wat ze dacht dat hij/zij wilde horen. “Dan zijn we er maar klaar mee”. De hulpverlener maakte vervolgens een ‘toekomstplan’ voor haar, als had Femke zelf geen idee wat daar precies in stond. En op de vraag of ze verlengde jeugdzorg wilde, zei ze zonder te weten wat het inhield “Ik kan het zelf”. Er was immers altijd wel iemand die zorgde voor een woongroep. Op haar 18e verjaardag ging ze terug naar haar moeder. Niet omdat dit van te voren het plan was, of er was gewerkt naar een ‘terug naar huis plaatsing’, maar simpelweg omdat er geen andere plek was. Femke zelf wilde dit ook wel, de loyaliteit naar haar moeder is groot!

Helaas ging dit binnen 3 maanden al mis, de verschillen waren te groot en ze wilde de band met haar moeder graag behouden. Ineens realiseert Femke zich dat we helemaal niemand verantwoordelijk is voor een plekje voor haar. Ze moet het helemaal zelf doen. Er is niemand die haar helpt.

Feitelijk is ze voor het systeem zoek, alleen is niemand op zoek naar haar

Ze huurt een te dure kamer van €700 die ze als snel niet kan betalen en wordt er uitgezet. Ze raakt op haar 18e dakloos en slaapt bij kennissen in een afhankelijke positie op de bank. Ze staat niet ingeschreven, ontvangt geen inkomen en is niet verzekerd. Feitelijk is ze voor het systeem zoek, alleen is niemand op zoek naar haar.
Ze vertrouwt de mensen die haar opvangen, leent uit goed vertrouwen haar bankpas uit en kan door misbruik hiervan, de komende 5 jaar geen bankrekening meer openen. Er werd namelijk op haar naam fraude gepleegd met de bankpas die ze uitleende.

Wanneer haar netwerk is uitgeput en ze volledig ten einde raad is, meldt ze zich bij de Gemeente Den Haag. Op haar 19e wordt ze doorverwezen naar de nachtopvang. Voor volwassenen. Bij de jongerenopvang is de komende maande namelijk geen plek. De nachtopvang voor volwassenen is niet echt een vriendelijke plek. Bij binnenkomst schrikt ze zich rot en vertrekt direct weer.
Ze belandt op een wachtlijst voor begeleid kamer wonen en tot ze aan de beurt is slaapt ze bijna een jaar lang op onveilige plekken. Ze verblijft jaren in een zogenoemde ‘doorstroomvoorziening’ van het Leger des Heils omdat de wachtlijst voor een sociale huurwoning lang is en ze niet in aanmerking komt voor urgentie.

Na 7 jaar krijgt ze dan eindelijk haar eigen woning

Na 7 jaar krijgt ze dan eindelijk haar eigen woning. En dan ben je er zou je denken. Hehe, eindelijk.. maar nee, toen begon het pas. Want wat zet je in een woning, als je het gevoel hebt dat je er ieder moment weer moet vertrekken? Hoe maak je van je huis een thuis? En wat komen er een hoop brieven binnen? Femke dacht ‘Ik moet wel laten zien dat ik dit kan, anders pakken ze mijn huis weer af.’ De stress hiervan wordt groot en als snel laat ze, met alle gevolgen van dien, niemand meer binnen.

Inmiddels is Femke bijna 30 jaar oud en redelijk stabiel. Haar big 5 is eindelijk op orde. Er is iemand die haar helpt met haar financiën, ze heeft een eigen woning, zet zich in als vrijwilliger bij het Straat Consulaat, heeft geld om van te leven en er is een klein sociaal netwerk, met een fantastische begeleider die haar al een paar jaar begeleidt waardoor ze mentaal ook goed in haar vel zit.

Was Femke zo lastig dat ze zoveel logeerhuizen heeft gezien? Of zoveel verschillende hulpverleners heeft gehad?

Met het schrijven van dit verhaal denk ik ineens ‘Wat zullen er veel vragen zijn bij de lezer van dit verhaal..’ Was Femke zo lastig dat ze zoveel verschillende logeerhuizen heeft gezien? Of zoveel verschillende hulpverleners heeft gehad?

Ik kan alleen maar zeggen: Femke was pas 8 jaar oud toen de jeugdbescherming het overnam om haar veiligheid te waarborgen. Helaas lukte het niet haar op één plek te houden, of één hulpverlener te bieden die de hele periode bij haar bleef en waarmee ze een vertrouwensband kon opbouwen of een kaartje stuurt op haar 19e verjaardag.

Op haar 18e is ze aan haar lot overgelaten, niemand heeft haar gevolgd of bij haar ingecheckt om te kijken of het goed met haar ging. Of ze daadwerkelijk op eigen benen kon staan. En uiteraard heeft dit met veel verschillende factoren te maken. Financieringsstromen Jeugdwet en WMO, het tekort aan betaalbare woningen, begeleider die willen ‘groeien’ en een andere baan krijgen, ziek worden of met zwangerschapsverlof gaan, maar het heeft niets te maken met Femke zelf.

Zij heeft zich vanaf haar 8e keer op keer opnieuw in de steek gelaten gevoeld. En vond dat ze op eigen benen moest staan, wat haar kwetsbaar maakte en in een afhankelijke positie bracht. Femke slaapt nog steeds met een rol vuilniszakken naast haar bed, omdat ze het gevoel heeft dat ze ieder moment moet vertrekken. Hoe goed het ook met haar gaat, ze is beschadigd terwijl we haar uit huis hebben gehaald om haar veiligheid te bieden.

*Femke is een fictieve naam om de identiteit van onze ervaringsdeskundige te beschermen. 

Topfoto: Eveline van Egdom.