Ze windt zich er dagelijks over op: over onrechtvaardigheid. Over ‘het systeem’ dat verschil maakt tussen mensen die recht hebben op voorzieningen als ze dakloos raken, en de pechvogels die dat niet hebben, zoals EU-migranten. Over woorden als MOElanders, en uitspraken als ‘onze daklozen’. En hoe kan het toch dat het in een stad als Den Haag maar niet wil doordringen dat de helft van de inwoners een migratieachtergrond heeft? Kortom: een vurig gesprek over de drijfveren van denken en handelen van Marlies Filbri, directeur van het Straat Consulaat.

Als Marlies Filbri onrechtvaardigheid denkt te constateren, staat ze op. Altijd gedaan, als scholier, student, in haar werk. “Ik ben gaan studeren vanuit de overtuiging dat armoede en ongelijkheid in de wereld is ontstaan en in stand wordt gehouden door rijke mensen in rijke landen. Dat er beleid achter zit, niet door een verschil in ontwikkelingspositie. Míjn uitgangspunt daartegenover was altijd dat wij, rijke landen, veranderingen moeten doorvoeren om onrechtvaardigheid en armoede tegen te gaan en verdelingsvraagstukken op te lossen.” 

Eyeopeners
Armoede, onrecht, misstanden: in de grond ging het altijd hierover, in haar studie ‘beleid en bestuur in internationale organisaties’ en al haar banen. Tijdens en na haar studie in Zimbabwe, waar ze onder meer onderzoek deed naar het democratiseringsproces. “De geschiedenis van Zimbabwe – vroeger Rhodesië – liet pas goed zien wat armoede en onrecht tussen wit en zwart betekenen. De ervaringen die ik daar opdeed, waren voor mij echte eyeopeners. Ik ben er sterk door gevormd.” Armoede en onrecht ziet ze ook in haar werk bij Bureau Beleidsvorming Ontwikkelingssamenwerking, Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO), bij OXFAM Novib en ten slotte bij UNICEF.

Lees het complete artikel via de onderstaande link:

Interview Marlies Filbri met Divers Den Haag: Zonder uitzondering

Foto: Henriëtte Guest