‘De term “zelfredzame dakloze” die moesten ze maar snel eens schrappen’, zegt Marcel verontwaardigd. ‘Ik had geen psychische problemen. Ik had geen verslavingsproblematiek. Maar ik liep evengoed in een waas rond. Ik kende niemand die dakloos was. Dus ik kon ook niet aan een ervaringsdeskundige vragen: “hoe moet ik dit doen en waar kan ik terecht?” Ik had nog nooit in een vergelijkbare situatie gezeten. Het Daklozenloket van de gemeente wilde me niet helpen, omdat ik “zelfredzaam” was. Maar dat was ik helemaal niet. Ik had geen flauw idee.’

Marcel werd, samen met zijn tweelingbroer, geboren in het Groene Hart. ‘Mijn vader was matroos’, vertelt hij. ‘De eerste jaren brachten we door op een binnenvaartschip. Door mijn studie Commerciële Economie, bij wat toen nog de HES J. van Zwijndregt heette, belandde ik later in Den Haag.’ In dienst van een farmaceut trok Marcel in zijn eerste baan als artsenbezoeker met een koffer medicijnen door Zuid Holland, Brabant en Utrecht. ‘De verkoop bleek niet echt mijn stiel’, zegt hij. ‘Ik stapte over naar marktonderzoek. Dat vond ik tijdens mijn studie ook altijd al het leukste.’

Na een aantal jaren marktonderzoek specialiseerde Marcel zich in “competitive intelligence”. Ik deed ook onderzoek naar namaakgeneesmiddelen en piraterij. Waar wordt die troep gemaakt en via welke routes komt het Europa binnen? Op een gegeven moment werd ik gerekruteerd om voor een Amerikaans bedrijf het Europese hoofdkantoor op te zetten in Zwitserland.’ Marcel had het er acht jaar lang prima naar zijn zin, totdat een nieuwe algemeen directeur besloot om de Europese hoofdvestiging naar Engeland te verhuizen.

‘Mijn vrouw wilde persé niet naar Engeland. In goed overleg met mijn werkgever heb ik het contract ontbonden. Ik deed nog wat losse opdrachten. Toen dat ophield begonnen de problemen. Ik liet me omscholen tot gecertificeerd coach. Dat werd geen succes. Een Zwitser laat zich niet adviseren door een buitenlander. Na het verlies van mijn baan liep mijn huwelijk stuk. Met het spaargeld dat ik overhield na de scheiding ging ik terug naar Nederland’, vertelt Marcel.

Zijn spaargeld stak hij in een nieuwe opleiding met baangarantie. ‘Ik heb de schreeuwend dure opleiding tot butler gedaan. Omdat ik geen ervaring had in het hotelwezen of het werken met huishoudelijk personeel kon de recruiter mij niet direct plaatsen en adviseerde om stage te lopen bij de dochteracademie in China. “Steeds meer rijke Chinezen maken graag goede sier met een witte, Europese butler”, wist hij te vertellen. Ik werkte in Chengdu en in Chongqing. Ik was in dienst van de academie, werkte als estate manager in een nieuw appartementencomplex, en trainde leerlingen in het land van de thee hoe je een westerling een kop koffie serveert.’

Als Marcel zijn stagecontract van zes maanden had omgezet in een vast contract had hij kunnen leven als een god in China, maar hij verveelde zich er stierlijk. ‘In het visitor centre van het appartementencomplex had ik twintig mensen in dienst, maar er was maar werk voor twee. En bij de trainingen waren de mensen, op een enkeling na, totaal niet geïnteresseerd. Bovendien trok ik China als land niet echt. Ik werd er helemaal paranoia van alle controles, overal hingen camera’s en overal waren geüniformeerde mensen. Ook op mijn vrije dagen had ik het gevoel dat ik in de gaten gehouden werd.’

Marcel hield het in China niet uit en keerde terug naar Nederland. Via de academie kreeg hij nog twee opdrachten als butler bij particulieren. ‘Op het tweede adres werd ik ziek. Mijn contract werd ontbonden. Je kan zeggen: “dat mag niet”, maar in de butlerwereld mogen rijke mensen alles. Omdat ik inwonend butler was, stond ik na mijn ontslag, letterlijk, op straat.’

In eerste instantie logeerde Marcel bij de ene vriend na de andere. ‘Maar na een paar dagen zeiden ze: “dit is wel een erge inbreuk op mijn privacy, kan je niet wat anders gaan zoeken?” Ik had me al ingeschreven als woningzoekende, maar de wachttijden zijn bizar’, verzucht hij. ‘Een paar keer heb ik een korte periode in de nachtopvang gezeten, maar dat gun je je ergste vijand niet. Ik kon er slapen, kreeg een gratis maaltijd, maar er was niemand die mij verder hielp. Om 8.00 uur zetten ze je weer op straat. Ik zat al in een donker gat, dat werd daar alleen maar donkerder. Die “zelfredzaamheid” was meer iets van “je zoekt het maar uit”.’

Hij aarzelt. ‘In geval van nood kon ik altijd wel bij een vriend terecht, maar niet langer dan één of twee nachtjes. Dus er komt een moment waarop je je vrienden niet meer wil belasten. Ik weet niet meer precies waarom ik een keer niet terecht kon in de nachtopvang, maar ik heb één nacht buiten geslapen. Overdag ging ik wel eens naar de dagopvang van het Leger des Heils in de Wagenstraat. Meestal liep ik met mijn ziel onder de arm. Soms zat ik buiten op een bankje in de buurt van een WiFi signaal. Voor een kop koffie had ik geen geld. Ik liep rond met mijn schoudertas en rolkoffertje en ik schaamde me kapot.’

Via een vriend, waarbij hij af en toe logeerde, kwam Marcel in contact met Straat Consulaat. ‘Ik maakte een afspraak met Jeroen. Die zat vol energie. Iets wat ik op dat moment totaal niet had. Hij nam me nog diezelfde dag mee naar Ron’s kantoor. Ron heeft een uur met mij over zijn ervaringen gesproken. Natuurlijk hebben ze het bij het Straat Consulaat ook druk, maar ze nemen de tijd voor je. Alleen dat al is zó waardevol voor iemand die in paniek rondloopt en voortdurend denkt: “wat moet ik nou?” Ron weet van de hoed en de rand. Met hem is het goed gekomen. Dat was voor mij een belangrijk aanknopingspunt.’

Marcel vervolgt: ‘het Straat Consulaat bood een luisterend oor. En begrip voor mijn situatie. Ze realiseerden zich donders goed dat ze mijn probleem niet direct op konden lossen, maar ze sprongen gelijk in de hulpmodus. Ze adviseerden me om in de krimpgemeenten te gaan zoeken en gaven me een lijstje met adressen en websites van woningbouwcorporaties elders in het land. Met dat lijstje was ik zo waanzinnig geholpen. Ineens was ik wel weer “zelfredzaam”. Ik wist weer welke actie ik kon ondernemen. Ik schreef me op verschillende plaatsen in als woningzoekende en verdomd, binnen drie maanden kreeg ik een seniorenwoning aangeboden in Enschede.’

Marcel verhuisde middenin de eerste coronagolf en maakte zware tijden mee in Enschede, een plaats waar hij nooit eerder was geweest en niemand kende. ‘Ik was er heel erg eenzaam’, benadrukt hij. Hij deed er allerlei baantjes, eerst in een magazijn en later in de horeca tot hij in 2021 de kans kreeg om zich in zes maanden, kosteloos, te laten opleiden tot privacy specialist. ‘Ik ben nu privacy officer bij de Provincie Zuid Holland. En iets daarvoor kreeg ik ook een huis in Den Haag. Ik sprong een gat in de lucht, dat snap je’, zegt hij opgelucht.

‘Toen ik dat eenmaal wist ben ik ook weer naar het Straat Consulaat gegaan. Ik werk er nu als vrijwilliger. Ik draag bij aan de informatiebeveiliging van de organisatie en de waarborging van de privacy van de gegevens van alle betrokkenen, in het kader van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Ik ben het Straat Consulaat dankbaar en wil iets terugdoen. Wat het Straat Consulaat voor me gedaan heeft, dat was niet eens zo gek veel, maar het heeft de hele zaak aan geslingerd.’

Nieuws van het Straat Consulaat. Klik hier voor een overzicht!

Lopende projecten bij het Straat Consulaat. Klik hier voor een overzicht!

Een koffiebar gerund door voormalig dakloze mensen waar inwoners en ondernemers uit Den Haag en dakloze mensen elkaar kunnen ontmoeten.

Armoede in Nederland. Geldgebrek leidt vaak tot uitstel van betalingen en van uitstel komt afstel en dan is de afgrond snel in zicht. Klik hier voor een overzicht!

Geeft alle gepubliceerde berichten weer op onze website. Klik hier voor het overzicht!