We bezuinigen wat af tegenwoordig. De inkt van de ene bezuiniging is nog niet droog of de volgende wordt alweer in de lucht gegooid. Niet alleen door het kabinet, maar door het opdrogen van de geldstroom van Rijk naar Gemeente zijn ook deze laatste gedwongen de geldkraan dicht te draaien. En hoe lager de overheid, hoe dichter de bezuinigingen bij de mens komen, met name diegenen die als de zwakkere in de maatschappij staan.
Waar gemeenten in het verleden nog wel eens de hardste klappen voor de inwoners konden verzachten is dit in 2012 echt afgelopen om maar niet te spreken over de jaren erna. Kabinet en bestuurders in lagere overheden nemen het woord bezuinigen steeds makkelijker in de mond en er wordt hard gesnoeid.

Waar al deze bestuurders overheen kijken is het effect van de maatregelen op de mens, want dat wordt vergeten, bezuinigen gebeurt op mensen, het zijn uiteindelijk de burgers die de prijs betalen en in dit geval de armsten in de samenleving, de dak- en thuislozen. Daar waar niets meer te halen lijkt, vinden bestuurders nog een plakje dat met de kaasschaaf weggesneden kan worden. Dat de huid al van het lichaam is geschaafd doet niet ter zaken, we schaven tot bloedens toe door. Zo wordt in Den Haag gesproken over het wegbezuinigen van de Soepbus, het IKW en de weggeefwinkel, het sluiten van een of twee dagopvang mogelijkheden en de nachtopvang wordt gehalveerd.

Makkelijk neergeschreven maar als je dak- of thuisloos bent betekent dit geen warme maaltijd, rondhangen op straat in weer en wind  en tot slot kun je ook nog buiten overnachten. Bij de dag- en nacht opvang kon je af en toe je kleding wassen en douchen, hier moet je nu een andere oplossing voor vinden.
De maaltijdverstrekking kun je vergeten. Een bed om in te slapen is ook een brug te ver. En als je dan eindelijk een eigen plekje hebt kun je het niet, al is het maar minimaal, inrichten. Eigenlijk wordt je gewoon wegbezuinigd, je bestaansrecht staat op het spel. Hiermee snijdt de politiek zichzelf diep in de vingers bestaansrecht is een primair mensenrecht vervat in de Europese rechten van de Mens.  De kloof tussen dakloze en politiek is te groot om te overbruggen.

Bestuurders zien of willen niet zien dat het snoeibeleid waar ze mee bezig zijn levende takken van de mensenboom afhaalt. Het woord bezuinigen valt en er wordt ad hoc gehakt, waarbij aantallen naar beneden bijgesteld worden en men roept dat de burger zelfredzaam moet zijn. De doelgroep van dak- en thuislozen is vaak echter niet zelfredzaam genoeg om dit te doen. Tenminste niet op de manier die de maatschappij graag ziet. Het leven op straat is hard en duur, de mentaliteit navenant. Als na verloop van tijd overlast van dak- en thuislozen weer toeneemt gaan bestuurders zich pas weer buigen over de problematiek van deze doelgroep waarbij repressieve maatregelen altijd favoriet zijn over preventieve. Dat de afbraak van succesvolle laagdrempelige projecten aan de basis van de overlast ligt wordt maar al te makkelijk over het hoofd gezien.

Hebben dak- en thuislozen dan geen plicht tot zelfredzaamheid? Natuurlijk wel alleen moet wel gekeken worden naar mogelijkheden en onmogelijkheden van deze groep. Het wegbezuinigen van primaire levensbehoeften van deze groep geeft niet het zetje in de rug dat deze groep nodig heeft om een nieuwe start te kunnen maken. Deze daklozen zullen niet in de bestaande programma’s komen, voor die tijd zijn ze al wegbezuinigd.