Het nieuwe Nationaal Actieplan Dakloosheid met als motto ‘wonen eerst’ is een broodnodige ommezwaai in hoe de overheid naar dak- en thuisloosheid kijkt. Maar het is te los en vrijblijvend. Gemeenten krijgen te veel vrijheid, dus een structurele daling van het aantal dakloze mensen hoeven we niet te verwachten. Dat zeggen experts tegen Stadszaken.

‘Nederland is geïnspireerd door het Finse succes. Daar werken ze al langer met housing first, en dat werkt goed. Hier werd er lokaal op kleine schaal mee gewerkt als aanvulling op opvangbeleid, maar het kwam nooit echt van de grond. Dat de Nederlandse overheid dit nu omarmt, juich ik dus toe. Waar ik bang voor ben, is dat de uitvoer op de bordjes van verschillende organisaties wordt gelegd.’

Dat zegt ervaringsdeskundige Rafaël Helsdingen over het nieuwe Nationaal Actieplan Dakloosheid, dat het kabinet op 5 december presenteerde. Helsdingen was zelf vier jaar dakloos. Nu deelt hij zijn ervaringen en kennis via Twitter.

‘Dit gaat me enorm aan’, zegt hij. ‘Dakloosheid is slopend, je ziet verschrikkelijke dingen. En het is een groeiend probleem in Nederland, voor een heel diverse groep mensen. Dakloosheid is veel diverser dan het klassieke beeld van een oudere man. Jongeren, senioren, vrouwen, economisch daklozen… Steeds meer mensen kunnen niet meer in hun levensbehoeften voorzien en vallen buiten de boot.’

Het zijn deze mensen die het kabinet met de nieuwe aanpak wil helpen. Dakloosheid moet in 2030 Nederland verleden tijd zijn, willen staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en minister Carola Schouten van Armoedebeleid.

Daarvoor komen zij met een ‘inclusieve aanpak’ waarin preventie, het versterken van bestaanszekerheid en iedereen een eigen woonplek met ondersteuning centraal staan. Voor het plan wordt 65 miljoen euro per jaar uitgetrokken.

Lees het complete artikel op de website van stadszaken.nl:

‘Nationaal Actieplan Dakloosheid te los en vrijblijvend voor groot succes’