De toestroom van nieuwe dak- en thuislozen door de coronacrisis leidt tot onoverzienbare problemen in de maatschappelijke opvang. Dat stelt de Straatalliantie, een samenwerkingsverband van de Belangenvereniging Druggebruikers MDHG, De Daklozenvakbond en Bureau straatjurist. Al voor de coronacrisis luidde MDHG de noodklok over de gigantische problemen in de Amsterdamse maatschappelijke opvang. Door de coronacrisis staat de sector al maanden stil en is er geen door- of uitstroom, maar nog wel een instroom van nieuwe daklozen. De verwachte grote toestroom van nieuwe daklozen door de economische gevolgen van corona landt dan ook op een plek met een uiterst verrotte fundering. Als die problemen niet zeer serieus worden genomen, vrezen wij voor “on-Nederlandse toestanden”, zo waarschuwt de Straatalliantie.

Naast de grote hoeveelheid dak- en thuislozen die er al waren, komen er nu veel nieuwe bij. Denk hierbij aan werknemers met een flex- of oproepcontract, zzp’ers en de vele branches waar klappen gaan vallen. Behalve deze burgers is er ook sprake van een toename van dakloze gezinnen. Om nu zoveel mogelijk dak- en thuislozen te kunnen opvangen is er noodopvang gecreëerd in sporthallen en hotels. De reële verwachting is dat door de ecomonische gevolgen van de coronacrisis een groot aantal mensen ook na deze periode “door het ijs zakt”. Daarom is het juist nu het moment om dak- en thuislozen die in beeld zijn meteen de juiste ondersteuning te geven. Hiermee voorkom je dat mensen verder afglijden en dat er een batterij van hulpverleners moet worden ingezet.

Volgens het CBS was het aantal daklozen in Nederland reeds voor de coronacrisis in 10 jaar tijd verdubbeld tot 39.000 personen. Volgens de Straatalliantie ligt het werkelijke aantal hoger. Het beeld leeft dat er in Nederland al veel maatregelen worden genomen om een stijging van het aantal daklozen te voorkomen, maar toch blijft er een grote groep dat tussen wal en schip valt en dus geen profijt heeft van deze maatregelen.

Ruim 80 procent van de Amsterdamse daklozen krijgt te horen zelfredzaam te zijn
Dit houdt in dat ze zelf op zoek moeten gaan naar een oplossing voor hun situatie. Daklozen die volgens de gemeente niet zelfredzaam zijn, moeten vaak tot wel zeven maanden wachten voor er überhaupt een intakegesprek. Vervolgens duurt het nog gemiddeld twee jaar tot zij kunnen instromen in een voorziening. De wachtlijsten rijzen de pan uit en zelfs voor de wachtlijst is een wachtlijst. Dit zorgt er voor dat veel daklozen in een vicieuze cirkel geraken, waarbij de problemen alleen maar toenemen.

“Met de verwachte toestroom bovenop de reeds bestaande crisissituatie, wordt de terugkeer van een stadsbeeld vol buitenslapers steeds realistischer,” aldus de Straatalliantie.

Nu plannen maken om kosten beheersbaar te maken
De Straatalliantie acht het noodzakelijk dat nu er plannen worden gemaakt hoe deze “crisis op crisis” moet worden aangepakt. Om meer beweging in de keten te krijgen is het nodig dat er structureel voorzien wordt in minimumbehoeftes, zoals voldoende opvangvoorzieningen. Ook na de coronacrisis. Biedt daarnaast nu al de juiste ondersteuning aan zowel de “zelfredzame” als “niet-zelfredzame” dak- en thuislozen. Om dit te kunnen realiseren, is een forse financiële investering nodig. Deze betaalt zich volgens de Straatalliantie wel terug: als we de problemen van daklozen verder laten oplopen, zal het ook veel duurder worden om het allemaal op te lossen.

Bron: Straatalliantie