‘Ik werd wakker in mijn auto bij het spoor. Ik stapte uit en dacht: waarom leef ik nog? Voor wie? Voor wat? Nog nooit heb ik me zo wanhopig gevoeld, zo verlaten. Ik dacht aan wat we ooit hadden. Een mooi koophuis, twee auto’s, de kinderen – en we hadden elkaar. Uiteindelijk bleef ik achter met helemaal niets.
Een maand. Zo lang mocht ik de auto nog even houden van mijn ex-man. De politie is de auto komen ophalen en ik belandde in de nachtopvang. Vijftien maanden heb ik daar gezeten. Slapen durfde ik nauwelijks. We sliepen met acht vrouwen in een kamertje. Mijn tas gebruikte ik als kussen, zodat die er de volgende dag nog zou zijn.
Lees het complete artikel op de website van het Kansfonds: