Als een burcht staat hoog in onduidelijk gebied een roodblauwe halfopen schuiltent, uitkijkend op twee spoorlijnen en een snelweg, met een tweepersoonsmatras erin van het merk Polydaun. Voorlangs een sloot als een slotgracht, de geheime toegangsweg is een met braamstruiken overwoekerd modderpad. Eromheen is het land schitterend georganiseerd.

Niemand thuis. En onder de lage bomen verschijnt een groter kampement: hoopjes kleding, slaapmateriaal, schoenen, rugzakken, doorweekt maar te huishoudelijk achtergelaten om in onbruik te zijn. Wie zwerft kent wegen die voor mensen met een huis verborgen blijven.

In het centrum van Parijs zijn daklozententjes zichtbaar neergezet, Eline Huisman schreef er een mooie column over. Hier is dakloosheid een schimmengebied, in de hoop dat het niet bestaat. Het land dat de welvaartsstaat uitvond wendt z’n gezicht af van de moeilijkheden die het zelf veroorzaakt, en laat de sporen achter in dit struikgewas.

Lees het complete artikel op de website van de Volkskrant:

Het land dat de welvaartsstaat uitvond, kijkt weg van z’n daklozen