Het aantal mensen dat op straat leeft in de EU blijft stijgen, onder meer door het tekort aan betaalbare woningen. Organisaties vrezen voor de invloed van de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne.

Dakloosheid in Europa is een groeiend probleem. Een crisis. Sterker nog: „een structureel defect.” De Franse jurist Sarah Coupechoux klinkt resoluut. Ze werkt voor de Franse Fondation Abbé Pierre, die samen met het EU-brede samenwerkingsverband FEANTSA onderzoek doet naar dakloosheid in de EU. Eind juni kwam hun jaarlijkse rapport uit. Het beeld dat hierin geschetst wordt, is niet rooskleurig. Het aantal daklozen is in de EU sinds het begin van de eeuw fors toegenomen en gevreesd wordt dat de komende jaren nog meer mensen dakloos zullen raken, als gevolg van de oververhitte woningmarkten, de oorlog in Oekraïne en een door de coronapandemie opgebouwd stuwmeer aan uitzettingsprocedures.

Harde, actuele cijfers over het precieze aantal daklozen in Europa zijn niet te vinden. Definities lopen uit elkaar, er is geen eenduidige onderzoeksmethode én niet alle lidstaten doen mee aan tellingen. Het meest recente cijfer – dat ook door de Europese instanties wordt aangehouden – betreft een inschatting van Abbé Pierre en FEANTSA uit 2019. Toen hadden op een gemiddelde avond 700.000 mensen in de EU geen vaste slaapplaats. Zij waren daarom overgeleverd aan een noodopvang of de straat: een toename van 70 procent ten opzichte van tien jaar eerder. Alles wijst erop dat de aantallen daklozen sindsdien verder zijn gestegen, onder meer door de sterk gestegen huizenprijzen.

Lees het complete artikel op de website van het NRC:

Dakloosheid in Europa: een slecht gedocumenteerde crisis