Deze week, vrijdag 31 maart, eindigt in Den Haag de Permanente Winteropvang. Het gebouw aan de Sportlaan staat straks weer leeg. Helaas wil dat niet zeggen dat alle bezoekers dan voorzien zijn van een goed alternatief. Mike is zich aan het voorbereiden op zijn terugkeer naar het bos.

Het was de tweede keer dat Mike gebruik maakte van de Permanente Winteropvang. Vorige winter verbleef hij in voormalig verpleeghuis De Lozerhof. Daarna trok hij het bos in. Vanwege de wintersnoei moest hij in november zijn tentenkamp opruimen. Na overleg met de boswachter besloot hij om ook deze winter naar de Permanente Winteropvang te gaan, dit jaar in het voormalige ziekenhuis aan de Sportlaan.

Allemaal even bagger

‘Ik heb er eigenlijk alleen maar gebruik van gemaakt, omdat mijn kamp werd opgeruimd. Het was gewoon makkelijk. Ik had een eenpersoonskamer. Dat was eigenlijk het voordeel dat ik er uit haalde. Maar als mijn kamp was blijven staan, dan was ik sowieso niet naar de Winteropvang gegaan’, vertelt Mike. ‘Dit jaar is het voor mij de laatste keer dat ik in zo’n opvangsetting gezeten heb’, voegt hij er aan toe. ‘Het is me totaal niet bevallen. Er is eigenlijk geen enkele opvang locatie waar ik me goed heb gevoeld. Ik kan wel zeggen dat er leuke momentjes waren, maar eigenlijk was het allemaal even bagger.’

Mike licht zijn bezwaren toe: ‘Er zijn daar zoveel prikkels, zoveel spanningen, mensen die jou constant lastig vallen met hun problemen, die denken dat jij hun psychiater bent, weet je wel. Ja, ik heb ook shit aan mijn hoofd, maar daar val ik jou niet mee lastig. De mensen hebben geen leuke verhalen, geen leuke boodschap, dus dan denk ik “blijf maar weg”. Ze gebruiken allerlei middelen om een feestje te maken, maar het is geen feestje. Ze praten de hele tijd over hun verleden. Ik heb mijn verleden een plek gegeven. Ik heb over meerdere dingen goed nagedacht en sommige dingen daar heb je gewoon geen, geen… .’ Mike pauzeert en is even stil. ‘Dat is gewoon overmacht’, vervolgt hij, ‘die dingen kan je niet veranderen, hoe graag je het ook zou willen. Dus heb je je er maar bij neer te leggen.’

Veel geweld en spanning

Mike werd geboren in het Bronovo ziekenhuis. Hij groeide op in een gezin met veel geweld. ‘Mijn vader had nogal losse handjes’, vertelt hij. ‘In groep zeven begon ik met blowen. Later gebruikte ik XTC en cocaïne. Ik had thuis veel spanning en ik had geen manier om te ontladen. Met drugs lukte dat wel. Ik ben blijven gebruiken, maar ik ben geen probleemgebruiker’, benadrukt hij. ‘Ik houd van drugs en elke drug heeft wel een bepaalde goede werking, als je maar op de juiste manier gebruikt, met de juiste gevoelens. Ik ben niet gaan gebruiken om dingen te vergeten. Ik kan dingen juist goed onthouden.’

Toen Mike dertien was scheidden zijn ouders en ging hij, samen met zijn drie jaar jongere broertje, met zijn moeder mee. ‘Ik had mee aangestuurd op de scheiding’, vertelt hij. ‘Het werd een grote teleurstelling voor mij. Ik zou het samen met mijn moeder gaan doen in het leven, maar ze trouwde met een andere man. Ik raakte teleurgesteld in de mens, in het vertrouwen.’ De middelbare school maakte Mike niet af. ‘Ik ben wel tot de laatste klas gegaan, maar ik had te weinig huiswerk gemaakt om mijn diploma te kunnen halen. Ik had concentratieproblemen. Geen interesse. Ik had andere dingen te doen. Ik moest geld verdienen. Voor drugs moet je geld hebben.’

Op en af op straat

Met een leerplichtontheffing van de Gemeente ging hij aan het werk in de bouw. Later volgde hij een leerwerktraject. ‘Vier dagen werken en één dag naar school. Het werk in de bouw beviel wel, maar werken in combinatie met heroïne en base, dat ging niet. Als ik mijn salaris had gekregen, was ik altijd weer een aantal dagen ziek. Eerst mijn geld opmaken en dan weer werken. Toen kwam ik in de criminaliteit terecht. Ik merkte dat je ook op een snellere manier geld kon verdienen.’

Een tijd lang woonde Mike en zijn broertje in het huurhuis van hun moeder. Zelf verbleef zij bij haar nieuwe man. ‘Dat was eigenlijk woningfraude, dus dan moet je wel weten wat je zegt en niet zeggen wat je weet’, vertelt Mike. Hij vervolgt: ‘sinds 2013 ben ik op en af op straat. Ik woonde op en af bij een vriendin in Leiden. Een aantal weken zat ik in de Delagoastraat bij de Kessler Stichting. Later woonde ik bij een vriendin in Zoetermeer, de moeder van mijn zoontje. Ik zat vier en een halve maand onterecht vast voor huiselijk geweld. Toen had ik zoiets van “laat alles maar zitten. Ik ga gewoon de straat op.” Op de één of andere manier lukt het niet om terug te komen in de normale wereld. Mensen blijven naar je verleden kijken en zijn snel bevooroordeeld.’

Grenzen opzoeken

Iets waar Mike slecht tegen kan, zijn de regels waar hij in de diverse opvanglocaties tegen aan loopt. ‘Je mag er niet blowen. Je mag geen drugs mee naar binnen nemen. Je moet om 18.00 uur binnen zijn. Je moet je kamer opruimen. Ik krijg een beetje het idee alsof ze je vader en je moeder zijn, die je regels op gaan leggen, weet je wel. Nou, dat heeft bij mij nooit gewerkt. Als ik iets niet mag, dan probeer ik altijd de grens op te zoeken’, lacht Mike uitdagend. Dan vervolgt hij serieus: ‘zo doe je niet met volwassen mensen. De manier waarop je iemand aanspreekt, dat vind ik heel belangrijk.’

In de Delagoastraat is hij niet meer welkom. ‘Ik had daar een keer een confrontatie met iemand. Ze wekken je daar om 7.00 uur en om 8.30 moet je eruit zijn. Ik lag nog te slapen. Die man prikte me in mijn schouders, zo van “het is hier geen hotel”. Toen werd ik effe helemaal gek. Hij denkt dat als ik daar lig te slapen, dat ik dan denk dat het een hotel is, maar ik was gewoon vermoeid. Vooral dat hij in me zat te prikken. Dat moet je niet doen. Dat doe ik ook niet. Ik ben achter hem aangerend en wilde hem echt slaan. Hij ging in die glazen kooi zitten en ik kreeg een verbod. Dat werkt voor mij niet, al die regeltjes’, besluit hij.

Van niets naar iets

Vorig jaar zomer trok Mike voor het eerst het bos in. ‘Ik ben iemand die heel vindingrijk is. Vooral het begin, de opbouw van niets naar iets, dat vind ik leuk. De natuur, daar heb ik echt voor gekozen. Ik merkte altijd al, dat als ik een bepaalde spanning had, dat ik dan de natuur op zocht, bij het water ging zitten. Maar ik wist niet dat als ik er in zou gaan wonen, dat het alles zou oplossen. Mijn agressieproblemen, mijn manier van uiten, de beheersing van mezelf, ik merk gewoon dat ik mezelf veel beter ontwikkeld heb, dat ik controle kan houden, overzicht heb. Daarvoor ging dat niet. In het bos slapen is voor mij echt de oplossing.’

Mike vervolgt: ‘ik zeg altijd “je hebt twee soorten mensen, je hebt garageslapers en je hebt tentslapers”. Als jij nog dingen hebt die je moet verwerken, problemen, of dingen waar je mee zit, dan zou ik in een garage gaan liggen, ook al krijg je elke dag een boete. In een tent gaan alle gedachtes naar je toekomen. Je kan er niet weg rennen voor je gedachtes. Het is therapeutisch, als het lukt. Gewoon de rust en de tijd die je daar hebt. De kracht van de natuur, van de diertjes, van de muizen. Ik vind het geweldig. Als je mensen leert kennen, ga je van dieren houden.’

Verdwijnen in de natuur

Hij verduidelijkt: ‘mensen zijn niet goed. Mensen zijn slecht, van nature. Alle mensen die je in je dakloze leven aanspreken, of die het zogenaamd goed met je voor hebben, die hebben dat niet. Ze kunnen dat wel zeggen, maar het is niet zo. Van een heleboel mensen heb ik echt afstand genomen. Ik vind het goed zo. Ik ben wel iemand die andere mensen probeert te helpen. Nieuwe mensen die dakloos raken, die zal ik naar het Straat Consulaat toe sturen om een tent te halen. En dan probeer ik ze ook een locatie te wijzen en uit te leggen waar ze op moeten letten. Ik geef een soort snelcursus hoe dakloze mensen leven.’

Wat zijn toekomstdroom is? ‘Een stukje grond waar ik iets op kan bouwen’, zegt hij enthousiast. ‘Nergens mijn naam aan verbinden, geen uitkering, helemaal niks, nergens meer. Een stukje grond waar ik een huisje op kan bouwen, met een tuin die helemaal zelfvoorzienend is. Alles recyclen, dat vind ik mooi. En vooral geen telefoon, geen internet, geen televisie. Alleen een radiootje. Met weinig prikkels in het bos. Het liefst zou ik echt een bosmens worden en helemaal verdwijnen in de natuur.’

Tekst: Camie van der Brug
Foto: Eveline van Egdom

Nieuws van het Straat Consulaat. Klik hier voor een overzicht!

Lopende projecten bij het Straat Consulaat. Klik hier voor een overzicht!

Een koffiebar gerund door voormalig dakloze mensen waar inwoners en ondernemers uit Den Haag en dakloze mensen elkaar kunnen ontmoeten.

Armoede in Nederland. Geldgebrek leidt vaak tot uitstel van betalingen en van uitstel komt afstel en dan is de afgrond snel in zicht. Klik hier voor een overzicht!

Geeft alle gepubliceerde berichten weer op onze website. Klik hier voor het overzicht!