Gemeenten hebben tijdens de coronacrisis honderden dakloze arbeidsmigranten meer opgevangen. Maar zodra de lockdown eindigt, komen deze mensen weer op straat te staan. Daklozenorganisaties trekken aan de bel: kijk niet weg!

Arbeidsmigranten hebben normaal gesproken geen recht op opvang, maar het Rijk riep gemeenten tijdens de lockdown op om deze mensen tijdelijk onderdak te bieden. Hierdoor zijn de vele dakloze arbeidsmigranten in Nederland in beeld gekomen. De groep wordt door de crisis alleen maar groter.

Verblijf bij pleegvader
Een van hen is Shteref uit Bulgarije. Hij is schilder, maar raakte door de coronacrisis zijn baan kwijt. Nu staat hij met zijn vrouw op straat en verblijft hun kind bij een pleegvader. “Het is moeilijk, omdat wij nergens recht op hebben”, vertelt de man. De afgelopen maanden konden Shteref en zijn vrouw met behulp van Stichting Straat Consulaat worden opgevangen bij Stayokay in Den Haag, maar 1 mei staan ze weer op straat.

Grote groep op straat
Directeur van Straat Consulaat Marlies Filbri vindt dit onacceptabel en maakt zich zorgen. “Voor ons was het echt schrikken om te zien hoe groot de groep is die normaliter op straat moet leven, omdat ze niet worden opgevangen”, vertelt Filbri.

Een inventarisatie van Daklozenvereniging Valente laat zien dat op dit moment in de grote steden zo’n vijfhonderd dakloze arbeidsmigranten worden opgevangen. Deze mensen slapen volgens de vereniging normaal gesproken op straat of in bootjes.

Lees en bekijk het videoverslag op de website van Hart van Nederland:

Shteref en zijn gezin staan samen met honderden andere arbeidsmigranten na de lockdown weer op straat