Sommige mensen mogen niet in Nederland zijn, zo is ooit besloten. Waar ze wel naartoe kunnen, is maar de vraag. Solomon is een van hen. Zijn verhaal laat zien hoe onmenselijk het beleid rondom ongedocumenteerden is.

Iedere ochtend om acht uur start Solomon (51) met vuilprikken. Hij is dakloos en ongedocumenteerd, maar kan met dit (zwarte) baantje wat bijverdienen.

Als hij om drie uur ’s middags stopt, krijgt hij daar vijftien euro voor. Tenzij hij in de avond ook doorprikt: dan krijgt hij een tientje extra. Hij koopt er eten van, vertelt hij me als we afspreken op zijn werkplek.

Als je Solomon ziet, zou je niet zeggen dat hij op straat leeft. Hij ziet er doodgewoon uit. Loopt op gympen in keurige spijkerbroeken en truien, die mag hij wassen op de plek waar hij ook zwartwerkt. Hij is welbespraakt, in zelfs vijf talen. Is vriendelijk en heeft alle keren dat ik hem heb ontmoet nog nooit geklaagd. Dat is opmerkelijk, want hij heeft daar alle reden toe.

Lees het complete artikel op de website van de correspondent:

Solomon mag in Nederland geen bestaan opbouwen, maar kan nergens anders naartoe