Dakloze arbeidsmigranten uit EU-landen krijgen in Nederland niet dezelfde hulp als Nederlandse daklozen. Nederlandse gemeenten schenden daarmee de rechten van de migranten. In Rotterdam zijn de gevolgen elke dag zichtbaar.

Danail Simeonov (48) legt zijn hoofd op tafel. Dodelijk vermoeid is de Bulgaar na alweer een rusteloze nacht in de Rotterdamse coronanoodopvang voor daklozen. Slapen doet hij niet in die slaapzaal: steeds stoten anderen tegen zijn bed aan, voortdurend moet hij op zijn spullen letten. Gelukkig kan hij overdag een beetje bijkomen in de Pauluskerk. Met de capuchon van zijn oranje Thuisbezorgd-jas over zijn hoofd krijgt hij eindelijk wat rust.

De kerk is de enige plek in Rotterdam waar daklozen overdag terechtkunnen. De sfeer houdt halverwege januari het midden tussen een voedselbank en een hostel na een te heftige avond stappen. Tientallen vermoeide koppen zitten achter een broodje of kop koffie. Het ruikt naar ongewassen man. In de hoek schaakt een collega-dakloze tegen de computer.

Simeonov is slachtoffer van de coronacrisis. In 2020 kwam de Bulgaar naar Nederland om de studie van zijn achttienjarige dochter te financieren. Hij begon in de bouw toen de economie ophield met draaien. ‘De hele werkplaats viel stil als iemand corona had. Ik ben tweeënhalve maand gebleven, toen was mijn spaargeld op.’ Baantjes bij Otto Workforce en een ander uitzendbureau leverden te weinig op. ‘Ik kreeg een of twee dagen per week werk, terwijl ik wel moest betalen voor een kamer.’ Sindsdien prefereert de veertiger de straat.

Lees het complete artikel op de website van de Groene Amsterdammer:

De gemeente als uitsmijter

Bij de foto: De Pauluskerk in Rotterdam een toevluchtsoord voor dakloze mensen in Rotterdam.
Foto gemaakt door: Fred Romero https://www.flickr.com/photos/129231073@N06/