Foto: Straat Consulaat ©

Woensdag 17 november was ik op uitnodiging van de Kessler Stichting aanwezig in restaurant PEX bij een informatiebijeenkomst voor de Vogelwijk in over de komst van een tijdelijke voorziening voor daklozen in het Juliana Kinderziekenhuis. Ik ben zelf dakloos en zelden heb ik mij ergens zo onwelkom gevoeld. Nu weet ik wel dat de bijna tastbare weerstand niet tegen mij persoonlijk gericht was maar tegen het stigma dat ik vertegenwoordig, nevertheless it was not my finest moment.

Naarmate de avond vorderde en ik het ene vooroordeel na het andere te horen kreeg begon ik mij af te vragen of mensen eigenlijk wel een goed beeld hebben van wat het is om een dakloze in 2018 te zijn. Het is niet leuk, laat dat duidelijk zijn maar we zijn ook niet allemaal onverzorgde zwervers die met een halve liter bier of een heroïnespuit in een speeltuin gaan liggen loeren naar kleine kinderen. Sterker nog, ik verblijf zelf al langer dan me lief is bij de Kessler Stichting en dat soort figuren ben ik überhaupt nog maar nauwelijks tegengekomen.

Ik zat me af te vragen of de bewoners van de Vogelwijk zich realiseren dat er in de nachtopvang van de Kessler Stichting bijvoorbeeld een aantal echtparen zitten. Mensen die door financiële tegenslag en stomme pech daar terecht zijn gekomen. Mensen die dertig of misschien wel veertig jaar samen in hetzelfde bed hebben geslapen en nu elke avond afscheid van elkaar moeten nemen. Elke avond brengt een oudere heer zijn even oude echtgenote naar de deur van de damesafdeling en neemt met een kusje afscheid van haar en elke avond weer komt hij terug, met tranen in zijn ogen.

Zouden de mensen in de Vogelwijk die jongedame kennen die overdag werkt als kraamverzorgster en de hele dag tussen de gelukkige jonge gezinnen haar werk doet. Een gezin zoals zij zelf ook had totdat ze door haar man de deur werd uitgeslagen en nergens anders meer naar toe kon. Zouden ze weten dat er laatst iemand in de nachtopvang zijn 80e verjaardag heeft gevierd en dat hij niet eens de oudste bewoner is. Of dat de meeste mensen ’s avonds in de nachtopvang rustig zitten te lezen, een spelletje doen of televisie kijken. En dat al die mensen gewoon een inkomen hebben en een ziektekostenverzekering. Ze hebben alleen geen huis.

Beste Vogelwijkers, de nachtopvang zit vol, bomvol en voor het overgrote deel met mensen die allemaal hetzelfde willen als wat u wilt. Rust, privacy, veiligheid en werken aan de mogelijkheid om zichzelf en hun naasten een beter leven te geven. Het zijn normale mensen. Punt. Het enige verschil tussen u en deze mensen is twee of drie maandsalarissen. Stelt u zichzelf eens eerlijk de vraag waar u staat als u een paar maanden om wat voor reden dan ook geen inkomen heeft.

Met vriendelijke groet,

Een dakloze

PS. Mijn dochter zit vlakbij de Vogelwijk op de middelbare school, om haar te beschermen tegen pesterijen die kunnen voorkomen uit vooroordelen zult u wellicht begrijpen waarom ik mijn naam niet onder deze brief heb geplaatst. De redactie van deze website heeft echter mijn mailadres indien u de behoefte voelt te reageren.